En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet zal verderven (niet verloren zal gaan), maar het eeuwige leven zal hebben.

— Johannes 3:14-15

Nicodemus begrijpt het niet wat wedergeboorte precies betekent. Dat hoeft op dit moment ook niet. Later zal de Heere het hem wel leren, maar nu vertelt Jezus hem wat hij op dat moment wel moet weten, namelijk in de Zoon des mensen te geloven. Daarover gaat het dan ook in het vervolg van deze nachtelijke ontmoeting. En Jezus gebruikt een geschiedenis uit de Bijbel als illustratie van wat Hij bedoelt: toen de Israëlieten in de tijd van Mozes door giftige slangen gebeten waren, was er maar één middel om dat dodelijke gif onschadelijk te maken. En dat was te kijken naar de koperen slang, die Mozes haastig maakte en op een hoge staak bevestigde, zodat de mensen hem op grote afstand konden zien.

Met deze illustratie duidde Jezus aan dat Hij aan een kruis opgeheven zou worden om zondaren te redden van het verderf. En nu blijkt dat geloven in Hem van wezenlijk belang is om deze redding te ontvangen.

Kijk, dát moet je weten over de wedergeboorte: dat je met heel je vergiftigde leven bij de Heere Jezus terecht moet komen. Doe je dat? Dan blijkt daaruit dat je door Gods Geest wedergeboren bent. Dááruit kun je het te weten komen. Dan heeft God je inzicht gegeven in het belang van de kruisdood van Christus. Dan heeft God je ook een open hart gegeven om naar deze Zaligmaker te verlangen. Dan heeft God jou van onwillig gewillig gemaakt en van ongehoorzaam gehoorzaam.

Herken je dit? Heb je meer en meer ingezien, hoe allerarmst je leven is zonder Jezus? Heb je iets gevoeld van hoe erg het is om tegen deze goede God te zondigen? Gaat je hart nu naar Hem uit?

Dit zijn allemaal tekenen van de wedergeboorte.



Lezen: Johannes 3:14-21