Toen liet zij hem slapen op haar knieën … en zijn kracht week van hem

— Richteren 16:19

Ja maar, nu moet het toch klaar zijn! Simson kan na zo’n wonderbaarlijke redding uit Gaza toch niet wéér met een Filistijnse vrouw aanpappen?! Wat is dat nu toch?! ‘Een ezel stoot zich in’t algemeen niet twee keer aan dezelfde steen.’ Is Simson dan werkelijk zo naïef en zwak? Heeft hij dan werkelijk niet door, dat Delila hem manipuleert? 

 

Makkelijk is dat hè, allemaal van zulke opmerkingen en vragen op Simson afvuren. Niet dat ze zo verkeerd zijn, maar ze komen wel uit een verkeerd hart. Toch? Wees eerlijk naar jezelf en voor Gods aangezicht. Heb jij jezelf nooit 2x aan dezelfde zonde schuldig gemaakt? Ben jij nooit met open ogen in de val van verleiding gelopen? Gewoon achter je beeldscherm, of met je vrienden/vriendinnen, of in je geldbesteding, of in je drinken/eten/genotsmiddelen? Om maar niet van erger te spreken … Ga je werkelijk schijnheilig een kilometer boven Simson staan? Dan is het hoog tijd om indringend te bidden om licht van de Heilige Geest in je hart.

 

Ja maar, mag Simson dat dan zomaar doen? Nee, natuurlijk niet. Hij is méga-zwak op vrouwen (geworden?). Maar vergeet niet, dat hij begon met ‘gewoon’ een soort fatsoenlijke verkering en trouwerij in de aandrang van de Heilige Geest (14:4)! En dat hij zijn (!) vrouw traumatisch door een aangestoken brand verloren is. En dat hij een eenzaam leven leidt met heel veel frustratie en verwerping door zijn eigen volk. En dat hij gewoon een man is, die de ‘gave van de onthouding’ niet heeft. En dat hij als nazireeër en richter heel veel emotionele hoogten en diepten heeft. Dat allemaal bij elkaar … Nee, geen enkel excuus voor geen enkele zonde. Maar voordat je een steen oppakt …

 

Ja maar, wil God van zo iemand gebruik maken, om Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen (13:5)? Ja, net zoals van heel veel anderen, die ook zo intens zondig zijn, en ook nog eens intens veel zonden doen. Weet je: iedere dienaar/ambtsdrager van de Heere heeft allereerst voortdurend voor zichzelf verzoening en vernieuwing nodig, voordat hij die ‘menigvuldige genade’ van de Heere aan anderen mag uitdelen. Die schat hebben ze in aarden vaten: kwetsbaar, raakbaar, valbaar. Simson valt heel diep. Zijn nazireeërschap gaat kapot. Zijn ogen gaan kapot. Zijn vrijheid gaat kapot. Alles ‘naar de Filistijnen’. Maar één ding kan hij en kunnen zij niet kapot maken: Gods trouw en waarheid, verbond en belofte. De Heere Jezus Christus verlost niet dankzij maar ondanks ons. Lof zij die God van Israël, de HEER’ Die aan Zijn erfvolk dacht en denkt!