Daarom moeten wij ons te meer houden aan hetgeen door ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd doorvloeien.
— Hebreeën 2:1
We gaan deze week lezen in en denken over de brief aan de Hebreeën. Joodse christenen dus. In hoofdstuk 1 wordt duidelijk dat Jezus Christus oneindig hoog verheven is boven de engelen.
In hoofdstuk 2 komt de conclusie: Omdat Gods Zoon zo hoogverheven is, zoals net in hoofdstuk 1 beschreven, moeten wij ons des te meer houden aan het evangelie over Hem dat wij hebben gehoord. Anders lopen we het gevaar af te glijden.
Omdat de verkondiging van het evangelie van Gods Zoon zo belangrijk is, moeten we er dus heel goed naar luisteren en er ons leven lang aan vasthouden. En dan niet ‘zomaar’ luisteren, maar met eerbied en verwondering. Zeker als je bedenkt dat jij het nódig hebt om zalig te worden, dat je een geloofsband krijgt met Hem. Wat heeft Jezus dan gedaan om je zalig te maken? Eén voorbeeld staat in vers 3 van het eerste hoofdstuk: Hij heeft de reiniging van je zonden teweeggebracht. Hij heeft er dus voor gezorgd dat jij vergeving kunt krijgen voor al je ongehoorzaamheid aan God.
Als je nu aan deze boodschap voorbijgaat, als je er niet op let, wat ben je dan toch dwaas!
Dat betekent: Als je niet goed luistert naar het evangeliewoord, zul je ‘doorvloeien’, dat is: afglijden, langs de zaligheid voorbijdrijven, of: de zaligheid voorbij laten drijven. Dus: verloren gaan! Zul je er nú aandacht aan geven?! Zul je niet langer uitstellen!? Het is zómaar te laat. De genadetijd gaat zómaar voorbij! Nóg is het tijd om biddend te luisteren naar, en je te houden aan, wat al zo veel keren is gepreekt: Jezus is de enige en ook de volkomen Zaligmaker.
Lezen: Hebreeën 1:1-4
Door Ds. W. Pieters